Mooi voorbeeld op een kleinere sleepboot, ook heel goed te zien de geleiders op de horizontale balk.
 De beting van de JAN van kapt. Schouwstra, staat op de doorlopende achterroef, ongetwijfeld onderdeks verstrekt. |
|
 Bij de sleepbeting is de horizontale balk gesitueerd aan de voorkant van de verticale palen.  Manoeuvres met gebruik van sleepbeting  Mocht iemand van de lezers van deze site nog aanvullende of herstellende gegevens weten, die van belang zijn bij het beschrijven van de types, dan ontvangen wij die zeer gaarne op:  Klik op de foto's, dan krijgt U een vergroting. Gebruik U browser back button om hier terug te komen. Onderstaand de formule van een "jonge onderzoeker", het is geen feit maar een aanname. Betingformule De meeste onder u zullen zich er niet zoveel zorgen om maken, maar mij heeft het nog wel enige hoofdbrekens bezorgd. Hoe ziet een beting er nu eigenlijk uit? Het eerste antwoord is natuurlijk snel gegeven; twee betingpalen en 't kalf. De vraag die mij eigenlijk bezig hield was, wat moeten de afmetingen zijn, om de beting mooi bij het schip te laten passen. Hoe komt dit alles nu? Binnen mijn zeeverkennersgroep zijn wij enkele jaren geleden in het bezit gekomen van een mooi scheepje, voorzien van een DAF DD575 met PRM keerkoppeling. De vorige eigenaren hadden echter het scheepje verbouwd tot iets dat niet echt meer op een sleepboot leek. Zo was er een vaag kubusvormig achteronder op gelast, de kuip en de beting waren hierdoor verdwenen. Na veel slijp, snij en laswerk, kreeg de kuip zijn model weer terug. Nu alleen de beting nog. Nu zijn wij redelijk handig met lassen en slijpen, maar een mooie beting in elkaar zetten dat moesten we maar aan iemand anders vragen. Een bevriend staalconstructiebedrijf wilde ons wel helpen, voorwaarde was echter wel een tekening met afmetingen. Toen kwam bij onszelf de vraag: "Wat wordt de diameter van de betingpaal", "hoe ver staan ze uit elkaar". Om niet zogezegd het wiel opnieuw uit te vinden, hebben we meerdere sleepboten bezocht waarvan wij vonden dat de beting een mooie verhouding had ten opzichte van het schip. Aan de eigenaren van diverse sleepboten hebben we vaak de nogal vreemde vraag moeten stellen, mogen wij uw beting opmeten. Ook waren wij geïnteresseerd in de lengte van het schip. Na heel lang puzzel- en probeerwerk ben ik tot een soort van betingformule gekomen. Om als eerste te controleren of de diameter van de betingpalen klopt: moet u de rekenkundige wortel nemen uit de diameter van een betingpaal in millimeters en dit vervolgens delen door de wortel van de lengte van het schip in meters. Het antwoord moet dan ongeveer 4 zijn met een marge van 0,2. Voor de Excel gebruikers onder ons: +SQRT(diameter_betingpaal)/SQRT(lengte_schip). De meeste rekenmachines hebben overigens ook een wortelfunctie (het V-tje met dat streepje). Achteraf gezien is het helemaal niet zo'n gekke formule. De wortel van een getal is een zogenaamde natuurlijke functie en een beting moet er natuurlijk uitzien. Deze formule voorkomt namelijk dat een zeesleper een enorme beting zou moeten hebben en een klein slepertje een beting die al zou krombuigen als je er naar kijkt. Wat betreft de afstand tussen de betingpalen. Die bleek net niet twee maal de diameter van de betingpaal te zijn, waarom? Geen idee, dat staat nu eenmaal mooi. Als laatste bleek uit de statistieken dat het kalf ongeveer 23% in de betingpaal verzonken ligt. Dit bleek later niet helemaal toeval te zijn. Wiskundige onder u zullen dit aan de hand van ellips berekeningen wel kunnen uitleggen. Inmiddels is na veel constructie en laswerk de beting geplaatst en heeft deze zijn diensten al zeker bewezen. Alexander Verwey Mslb. Ringvaart7 |
|
